Voedsel

Voedsel

Neem van mijn brood,
uit graan gegroeide woorden,
die ik bedoelde voor jouw mond
Ik wens dat ze je voeden,
in je wortelen,
en als gedachten groeien;
ideeën draaiend op hun plank,
met meningen dooraderd

Neem van mijn wijn,
mijn uit most gerijpte liefde,
die ik bestemde voor jouw hart
Ik wil dat ze je laaft,
je kelk vervult,
en glanzen gaat in jouw kristal,
waar jij haar walst tot
warm begrip en mededogen

Neem van mijn vruchten,
mijn met zorg geoogste schoon,
die ik dichtte tot jouw zinnen
Ik hoop dat ze je strelen,
je oog verblinden,
en samensmelten op je tong,
jij mengt hun smaken
tot jouw kunsten en gezang

Mart
Beeld: onbekend

Vuur

Vuur

Ze is de oorsprong van tornado’s,
lacht de woestijn voorbij een berg
en wuift je gedachten over zee
Ze bakt de heerlijkste verhaaltjes,
ze kraait plevieren uit de lucht
en geeft je koekjes bij de thee

Ze houdt van ochtendjassen,
ze is een warmend vuur
Ze laat zich graag verrassen,
ze drinkt het leven puur

Ze is een elfje uit de bossen,
rijdt in haar eentje een kameel
en brengt voor je kadootjes mee
Ze vliegt soms met de kolibri’s,
ze ruikt naar annemoontjes,
en is je liefste schaterfee

Mart
Beeld: onbekend

Tussenland

Tussenland

Dit is een gebied
waar je liefst omheen,
grijs als het is van koude mist
en webben vol van dauw,
de grond beklad door reigers

Waarin je na de eerste bomen
snel verdwijnt
in half ontwortelde standvastigheid,
en opgaat in het hout,
los raakt van wat daarbuiten

Maar dat toch trekt
en onontkoombaar uitdaagt,
zacht fluisterend beloften wekt
van wat je vindt achter de waas
van dat wat ongewis

Mart
Beeld,  Splash, Anneke Balvert

Huis

Huis

Doe ons een huis,
een tuin erom,
waar je net alles kon
om van te leven
Met jou en mij
wat kind erbij
en je moe
om voor te lezen

Wat zou je dan
met loopbaanplannen
of presidenten
die je kiezen kan?
Waarom willen winnen
als je niks hebt
te verliezen?

Wat is vooruitgang
als het niet meer
aan je tuinpad past?
Wat is welvaart
waarin je niet kan wonen?
Wat is je ooit
een oorlog waard?

Doe ons een huis,
een tuin erom,
waar je net alles kon
om van te leven
Met jou en mij
wat kind erbij
en je moe
om voor te lezen

Mart

Zijn

Zijn

Wachtende lagen heb je aangetrokken,
fluwelen leeuw de dagen voor de jacht
Je kijkt en ziet
niets van jouw gading
Of niet iets van wat je mist
Je houdt de koude buiten en laat de warmte niet toe
Je sluit de luifels, koestert je verlangen

Jouw binnenzijde is je huid geworden,
schurende schubben tegen ruwe bast
Geschaafde korsten,
wonden werden weefsel,
brood weer deeg en gist
Je behoudt de waarden en vindt niets allang genoeg
Je opent luiken en laat de schaduw binnen

Je bent bekleed met zachte mossen,
de druppels glijden van je vacht
Onhoorbaar zwem je
in de bosven van jouw nacht
Eén met het water één
Je zwerft door de wouden, lacht
Je rust op een steen en wacht op wat gaat komen

Mart
Beeld: Taro Yamada

Vanzelf

Vanzelf

We hebben het nooit hoeven leren,
het vinden van de tonen,
soepele lijnen vloeiend op de vloer
De nadering, omarming,
bezwering in de tijd

We kennen onze geuren,
de vormen onder onze kleren
die naadloos passen in holtes
en beweging, zwoele zwier
en draaien om jou, om mij, om jou

Ik proef je haren in mijn mond,
voel je adem in mijn hals,
merk je heupen wiegen,
als bossen warme zomerhei
op zoele zuidenwind

We hebben het nooit hoeven leren,
het lichtjes zweven op zomerwolken
op te gaan in hittetrilling
Draaien als dronken kiekendieven
op dragende thermiek

Mart
Beeld: theselfmachine

Ingebonden

Ingebonden

Een smalle strook van handgeknoopt,
met veel geduld gesponnen weefsel,
verbindt ons nog,
ragfijn in rafels, een doorgesleten net
met gevangen wezens in haar gaten,
hun kieuwen in de draad verstrikt,
stil stikkend in verleden

Toch willen we niet los uit wat ons ving,
de ruimte is te groot om te verdelen,
we laten liever onbeslist
en nooit gezegd is stilgezwegen,
gebonden boeken in de kast gezet,
en sinds die onvoltooide tijd
niet meer in gelezen

Mart
Beeld: Fotobewerking Anneke Balvert

Ondanks dat

Ondanks dat

Ja, misschien de groeven in je hoofd
als ik zo oud,
je hoekse neus, je lippen fijn,
je haarlijn, maar een leven verder,
je trekken tenger als de mijne,
jouw ogen even blauw,
die zonder angst in mij verdwijnen,

ondanks dat

Je stem zo zacht en donker
dat ik mezelf soms hoor
als jij mij
met gelijk verbaasde oren,
vraag ik me af
of ik net zo nukkig word,
nu nog niet gelukkig,
maar vermijdend ben ik wel,
als jij naar mij

Het meest frappant is
hoe je berust,
hoe je neemt zoals het is
en ergens landt
in loop van dingen,
zoals ik jou nu neem
en diep verborgen
hou van je,

ondanks dat

Mart
Naar aanleiding van Fils de Jean

Recycling

Recycling

Vuilnis verzamel ik,
en uitverkoopjes ook
of tweedehands artikelen
per partij of boedel,
ongezien

Slechts zo nu en dan
ontmoet mij een herinnering,
een gedachte met wat waarde,
of een inzicht zelfs misschien

Ik ben een kringloopwinkel,
vol van opgetaste vindsels,
als windsels om mijn kwetsbaar lijf,
die gaandeweg toch vorm geven,
geuren, stemmen, stevigheid

Ik wacht tot mijn cocon weer dicht is,
waaruit ik me dan opnieuw bevrijd

Mart
Beeld: Ashley Mackenzie

Huid

Huid

Hoeveel meer ben je verborgen
dan je uiterlijk doet schijnen?
Kleurige windsels, goede sier,
de tonen keurig ingezet,
maar eenmaal afgeworpen,
een licht doorschenen slangenhuid,
jij schielijk sluipend in het duister

Verstopte laden vol geheimen
Dromen, fantasieën
uit een onbegaanbaar land
Gedachten die onzegbaar spreken,
stil fluisteren in hun hand

Hoe zichtbaar ben je in de spiegelruiten?
Wat zie je op de muren van jouw huis?

Mart
Beeld: Ashley Mackenzieu